Afgelopen nacht had ik bedacht dat het goed zou zijn om Krishna, mijn wayangpop, mee te nemen.
Check & doublecheck…mijn sjamanenspiegel onder mijn kussen gelegd, nog even de droomtijd in om te vragen naar een teken.
En inderdaad, de pop kwam me vertellen dat die mee wilde.
Hij kon een plek krijgen in de cirkel, anderen plaatsten er ook voorwerpen bij: een klein kleedje, rozen, een beeldje, schelpen, eten en drinken…er onstond spontaan een klein altaar!
Geen notitieblok bij me deze keer, tussen de bedrijven door steekwoorden in mijn smartphone neergezet.
Eerste sessie: het kind-zieledeel dat in de oorlogstijd is blijven hangen terughalen naar het volwassen deel via de helende oerkern.
Zo word een systeem-opstelling een gecondenseerde soul-retrieval, waarbij het veld van alle deelnemers als systeem als het ware vanzelf de rollen aspecteren die in een sjamanistische soul-retrieval door de sjamaan helemaal alleen gedaan moet worden in de loop van een aantal dagdelen.
Tweede sessie:
Overlevingsstrategie van mensen in gevangenkampen of andere extreme situaties: je onzichtbaar maken.
Sommigen blijven daarin hangen nadat de situatie voorbij is, en geven het mechanisme door aan de nazaten.
Opstelling: de groep die onzichtbaar bleef, de groep die weer zichbaar werd, en daar tussen een groep die een afwijkende strategie had: zichtbaar en toch ‘veilig’ (ziekte simuleren, hide in plain sight).
In de onzichtbaren herken ik mijn moeder, in de zichtbaren herken ik mijn vader. Het doet me goed om beiden te zien en erkennen.
Derde sessie:
De positie van de inlandse man, die in koloniale tijd er mee moest leven dat vele vrouwen door de bezetters werden genomen.
Opstelling: heden-oorlogsgeneratie-laat koloniaal tijdperk-vroeg koloniaal tijdperk-de grote koninkrijken-de animistische gemeenschappen-de voorouders die reeds opgegaan zijn in het land.
Staande in de positie van het heden, moet ik moeite doen om me te wenden tot de generatie voor mij. De oorlogsgeneratie heeft nog de meeste moeite om zich om te keren, maar gaandeweg wordt het makkelijker door het werk wat de nazaten verrichten om te genezen.
Losse impressies:
Heerlijk om met anderen samen te zijn, die de gedeelde geschiedenis kunnen invoelen. Met indo-vrouwen kunnen uitwisselen hoe wij altijd broertje-zusje gevoel hebben, een warme klik maar toch in de friend-zone blijven, alsof verder gaan incestueus zou aanvoelen.
En dan nog die merkwaardige voorkeur voor volbloed blanke partners, is dat niet een overblijfsel van koloniale tijd?
Voor mij voelt het aan, alsof ik vanuit mijn positie als stamhouder me geroepen voelde om dit proces aan te gaan, spirituele genezing niet alleen voor mezelf maar ook voor de voorouders en het hele familieveld.
Regelmatig voelde het aan als zwaar, hard werken, puinruimen.