Mbt de Keltische elven gaan de oude verhalen in de Ierse traditie over goddelijke wezens, die in een veldslag door mensen werden verslagen en naar de holle heuvels werden verbannen.
Ook bij dit type elven komen beroemde smeden voor (Zoals Govannon), en zijn onderaardse schatten te vinden (Zoals bij Arawn, heer van de onderwereld).
Samhain was zo gevaarlijk, omdat juist dan de Sidh uit de heuvels konden komen om rond te spoken.
In latere verhalen kom je ze ook meer tegen in (afgelegen) bossen.
Goden-voorouders-dodenrijk zijn dus ook voor deze elven mogelijke associaties.
Mbt de Nordische svart-alvar moet ik inderdaad eerder denken aan dwergen, chtonische onderwereld-types, via de associatie met mineralen ook te associeren met smeedkunst en schatten.
De Elzenkoning zou een verkeerde vertaling zijn van het Deense Ellerkonge, Elvenkoning, maar via die associatie wordt een natuurwezen samengevoegd tot Heer van de Dood.
Anderzijds, het hoofd van Bran (‘Els’) word na zijn dood nog geraadpleegd als Orakel, en later komt hij als Heer van de Onderwereld slag leveren tegen Gwydion (zie ook ‘the battle of the trees’)
Misschien dat de mythos van Elven valt terug te voeren tot een voorouder-cultus of dodencultus, maar de associatie naar natuurgeesten hoort er ook bij.
Wellicht een synthese, het idee dat voorouders als boomgeest voortleven?