Vandaag heb ik weer geoefend met Seidh: tot nog toe deed ik veel trancereizen naar de benedenwereld, het domein van Holda, maar nu zou de reis naar de bovenwereld gaan.
Voorafgaand aan deze sessie deelde ik mijn aanraking met chinees sjamanisme in Taiwan; er zijn zeer zeker raakvlakken met europees sjamanisme aan te wijzen, zoals het gebruik van muziek-zang-dans en spreuken om in een ander staat van bewustzijn te komen
Maar het kan ook met heel eenvoudige hulpmiddelen: ik neem mijn staf in de hand en zing met de anderen, schommel mee in het ritme.
De lange staf beweegt in mijn handen, dan vormt zich het beeld hoe dit mijn voertuig kan zijn, zoals de heksen van weleer op hun bezems de hemel invlogen!
Bij deze eerste poging zie ik slechts een kale, lege, witte vlakte. Er zijn wel Aanwezigheden, die zich niet vertonen
Bij de tweede poging is het alsof er een paardenkop op mijn staf rust… Beweeg ik de staf, of beweegt de staf mij? Wie is paard, wie is ruiter? Ben ik paard, ruiter, of beide? “Wie daar?” vraagt de Wachter op de Brug. Ik noem mijn naam, vraag om toegang, neem de houding van de krijger aan en wordt doorgelaten.


Ik zie vaag een hal met Aanwezigheden…. Het is alsof de Wijze Wandelaar me iets te zeggen heeft: “als je werkelijk contact wilt, dan moet je ook bereid zijn om bereden de worden”
Aan het einde van deze trancereis langzamerhand terug naar de dagelijkse werkelijkheid, laten bezinken wat ervaren werd, uitwisselen met anderen op hetzelfde pad.
Overdenking: in Azie ontdekte ik hoe fijn het is om helemaal ondergedompeld te kunnen worden in een levende traditie, maar terug in Europa is het een uitdaging om te merken dat die tradities niet zomaar over te planten zijn. Het was bijzonder om te zien hoe daar de verering van de oude goden van het land in het alledaagse leven ingebed zijn. Die goden waren oorspronkelijk door migranten meegenomen naar hun nieuwe thuisland, tegelijkertijd hadden ze ook te maken met de reeds aanwezige goden. Dit thema blijft me bezighouden, het spanningsveld tussen de goden die mijn voorouders meenamen op hun migraties, en de goden van het land van aankomst.
Guan Yu

In Nederland voel ik wel enig contact met de kleine spirits van het land, als ik bepaalde bomen of vogels zie. Maar ik weet zo nog niet of ik veel affiniteit zou hebben met de kabouters.

One thought on “Trancereis naar de bovenwereld”