Volgens Peter Wohlleben hebben bomen verbinding met elkaar via ondergronds netwerk van wortels en paddenstoelen, dat doet denken aan menselijke interacties.
Hoe zit het dan met het onderscheid tussen individu en groep?
In de antropologie wordt onderscheid gemaakt tussen ik-cultuur en wij-cultuur, die elk hun voor en nadelen hebben.

Ik hoor wel eens van mensen die eenheids-ervaringen hebben dankzij meditaties en/of drugs, maar zelf heb ik dit niet meegemaakt.
Er zijn momenten geweest dat ik verbinding voelde met een groter geheel in een hechte groep.
Enerzijds gaf dat gevoel van veiligheid, ondersteuning.
Anderzijds was dat ook benauwend door de groepsdruk van specifieke normen en waarden.
Ik heb vaak genoeg de schaduwkanten van groepsvorming gezien: bendes, hooligans, sectes, populisten.
Anderzijds ken ik de schaduwzijde van (sociale) isolatie: eenzaamheid, vervreemding.
Het gaat dus om balans tussen ik en wij, en dat kan per cultuur en context verschillen.
In mijn geval hecht ik waarde aan mijn autonomie, maar vind ik de gelijkwaardige uitwisseling met de ander net zo belangrijk!
Hierin laat ik me graag inspireren door Martin Buber.