Per trein van Bandung naar Yogyakarta was een hele klus…te Yogyakarta bleek dat mijn oorspronkelijke chauffeur een ongeluk had gehad en een vervanger modest laten komen, gelukkig is deze wel gezellig. Hij is een indische chinees, dat schept toch wel een band. Hij liet een foto van zijn collega zien, dat had mijn dubbelganger kunnen zijn.
Te Borobudur de Tempel beklommen.
Omhoog spiralend ging niet, omdat een sector afgesloten was wegens restauratie. Steile trappen, maar het uitzicht van af de top is mooi! Aansluitend een kleine Tempel in de buurt bezocht, vooral het bijbehorend klooster had mooie beelden van Boeddha.
Een stuk verder naar een locatie gegaan ‘Gedong Songo’ wat volgens overlevering negen Tempels zou moeten hebben, maar slechts vijf waren overgebleven. Dichtbij was een Tempel, binnen was een yoni zonder lingham te zien. De overige Tempels zouden hoger in de heuvel zijn, maar toen ik de lange wandeling maakte had ik een afslag gemist dus geen Tempel meer gezien, kennelijk wilden Ze niet gevonden worden door mij deze keer: Shiva, Durga, Agastya.
Doorrijdend naar Semarang, zien we het uitzicht op de Merapi, de vuurberg; dit mis ik nu in Nederland, vulkanen. Dan moet ik denken aan het lied van Doe Maar: geen berg aan de horizon….
In mijn gesprekken met de chauffeur komen veel herinneringen naar boven, over eten natuurlijk, maar ook over oude gebruiken.
Morgen gaan we in ieder geval naar Chinatown en de Chinese Tempel. De overlevering zegt dat Semarang is opgericht door de grote zeevaarder Zheng Ho.
Ook fijn om te merken dat ik niet zo veel hoe uit te leggen!