Month: September 2010

Wat je aandacht geeft groeit?

Wat je aandacht geeft groeit?


“dat wat je aandacht geeft, groeit” is een zinnetje waar ik een hekel aan heb gekregen omdat het vaak als dogma wordt gehanteerd, een mantra om over iemand anders een oordeel te hebben.

Vaak word dan ook gezegd dat negatieve dingen niet benoemd mogen worden, dat je ‘erboven moet staan’ of ‘moet transformeren’.

Eigenlijk is het een overtuiging dat dikwijls samengaat met ‘blaming the victim’: “al dat negatieve is je eigen schuld vanwege slechte karma of slechte leefwijze”.

Avatar-adepten zouden kunnen zeggen ‘het is maar een overtuiging’

Persoonlijk ben ik van mening dat er soorten pijn bestaan die door hun heftigheid alle aandacht opeisen, alle energie opvreten.
Volkomen onverdiend en onverklaarbaar, het overkomt iemand door blind noodlot, geen Goddelijk plan te bekennen.

Herfstequinox 2010

Herfstequinox 2010


Volle maan, donder en bliksem…Thor heeft er zin in!

De balans opmaken: wat is mijn oogst van afgelopen periode, wat neem ik mee en wat laat ik achter?

De droom over de begrafenis van mijn vader in een nieuwe duiding opnieuw bekeken:
Het labyrinth is doorzichtig, oude structuren worden doorbroken, maar de rode roos van de liefde blijf over, terwijl de overledene vanuit de geestenwereld naar zijn eigen begrafenis kijkt.

Ik laat mijn zorgen achter, en neem mijn liefdevolle hartsverbindingen mee.

Met ons drietjes plaatsen we de cirkel, waarbinnen we onze inspiratie oproepen.

Ik voel de verbinding met de oudste voorouders, helemaal tot aan de grens van China met Mongolia, de Toba-Wei.

En op de achtergrond blijft Cao Wei voelbaar, de gevreesde krijgsheer.

Wat losgelaten kan worden verbranden we, wat we willen meenemen gaat in de medicijnbuidel.

Een inspirerende avond, een fijn samenzijn met gelijkgezinden!

Droom: de begrafenis

Droom: de begrafenis


We waren bezig met de begrafenis van mijn vader op een eiland, daarvoor moest veel geregeld worden.
De toegang tot de grafplek ging via een doolhof van houten wanden met glazen ramen.
De grafplaat was een mozaiek van wit marmer met een rode roos bovenaan, de ondergrond was spiegel glas.
Vele genodigden, een namenlijst vol met Chinese namen.
Iemand liet de plaat tijdens het plaatsen vallen, het bovenste derde deel (waar de roos op stond), brak zodat het roos-gedeelte gescheiden was van de rest door een breuk, en de spiegelvloer was gebarsten.
Er moest snel vervanging geregeld worden, mijn vader was er levend (!) bij tijdens het geregel.
Het eiland bleek een soort tussenwereld, waar allerlei entiteiten: geesten van overledenen, natuurgeesten, emoties nog rondhingen voordat ze verder konden gaan naar de volgende wereld.
Terijl ik de entiteiten hielp om verder te gaan, voelde ik in halfslaap hoe in de wakende wereld mijn buikkramp wegtrok.